Dit is docent-in-opleiding Anne: zodra het even kan, pakt ze een boek om uit voor te lezen. ‘Voorlezen is een ideale onderbreking van de les Nederlands. Al mijn klassen vinden dat mooi!’
In het diepe leer je het snelst zwemmen
‘Direct voor de klas, en intussen de lerarenopleiding doen. Een spannende aanpak, want ik had nog nul ervaring. Maar het past wel echt bij mij. Want ik wil docent Nederlands worden, maar daarvoor liever niet hele dagen zelf in de schoolbanken zitten. De deeltijdvariant met de combinatie van studeren en lesgeven werkt fantastisch voor mij. Je wordt weliswaar heel hard in het diepe gegooid, maar daardoor leer je het snelst zwemmen!
Het was in het begin wel echt aanpoten, want een klas leerlingen houdt er geen rekening mee dat je nog maar net met je lerarenopleiding begonnen bent. De eerste weken waren dus echt overleven. Gelukkig kon ik ook teren op ervaringen en de liefde en warmte van collega’s. Met hun hulp is het gelukt mijn eigen stijl te vinden in het lesgeven.
Rust creëert rust
Ik heb van mezelf veel energie, en een van de dingen die ik leerde was om dat wat in te tomen. Omdat ik merkte dat mijn rust ook rust creëert in de klas. Sowieso krijg je bij jongeren veel terug van wat je geeft - het werkt echt zo! Als je je openstelt, zijn je leerlingen ook veel opener. Toen ik ziek was, stroomden de beterschapswensen binnen - maar ook complimenten over mijn lessen en wat ze waarderen: echt genieten om dat te lezen. Op mijn verjaardag vorig jaar had ik een klas die bij aankomst het hele lokaal versierde, confettikanonnen afstak en uit volle borst stond te zingen - met cadeautjes erbij! De vijftig minuten die volgen, vielen niet bepaald te benoemen als ‘les’, maar ik voelde me jariger dan ooit. Dat was een gouden moment. Ik realiseerde me hoeveel moeite ze voor mij deden en voelde dat ik echt van ze bent gaan houden. Daar voel ik me echt gezegend mee.
Als docent ben je uniek
Wat ik op de opleiding leer? Ik zie vooral groei op het gebied van klassenmanagement en het bewaren van mijn professionele rol als docent. Zorgen voor een goede werkorde bijvoorbeeld. Met goede tips blijkt dat lang niet zo’n zure appel als ik eerst verwachtte: het gaat heel goed nu. Ook vond ik het in het begin lastig om als jonge docent een goede verhouding docent-leerling aan te houden. Dan keek ik om me heen naar collega’s en dacht: waarom gebeurt dit wel bij mij en niet bij hen? Op mijn opleiding zeiden ze dat dit ‘oneerlijk vergelijken’ is: jij bent als docent uniek, net zoals iedere leerling dat is.
En een van die unieke dingen is dat ik inderdaad enorm van voorlezen houd. Of zelf verhalen vertellen: ook geweldig! Leerlingen kijken er in het begin van het jaar weleens gek van op: voorlezen hoort bij ‘thuis’ en is toch duf? Maar het is een groot succes: leerlingen merken zelf ook dat ze er rustig van worden. Even op adem komen, of ondertussen tekenen erbij. Ik ben er van overtuigd dat dat ook hun creativiteit stimuleert. Dat merk je aan wat er boven komt als je ze op het verhaal laat reageren: dan blijken ze heel wat fantasie te hebben. Prachtig vind ik dat!’