Barthil van Deelen (20) uit Doornspijk bleef in klas 4 zitten omdat hij voor het vak wiskunde gemiddeld een 4,1 stond. Bijna vier jaar later studeert hij voor leraar Wiskunde aan Driestar hogeschool en geeft hij wiskunde op de Pieter Zandt in Staphorst.
‘Het jaar nadat ik was blijven zitten, kreeg ik zo’n goede wiskundedocent, dat ik dacht: hem moet ik na gaan doen. Ik ben uiteindelijk met afgerond een 10 voor wiskunde van school afgegaan en ben erg blij met deze ervaring. Nu weet ik waarom en waarop leerlingen bij wiskunde kunnen vastlopen.’
‘Ondanks dat ik bleef zitten op wiskunde, wist ik na de goede lessen van de docent al snel dat ik iets met wiskunde wilde doen in mijn vervolgopleiding. Wiskunde werd een leuk vak. Deze docent zorgde ervoor dat ik bijles kreeg, hij kende je persoonlijk en maakte op de gang een praatje met je.
Als hij doorhad dat je het snapte, mocht je ook weleens wat anders gaan doen en was hij soepel. Hij was streng, maar ook rechtvaardig. Dat heeft me getrokken tot het onderwijs.
Ik heb eerst een jaar wiskunde gestudeerd op de universiteit, maar ik merkte al snel dat ik het liefst meteen leraar wilde zijn. Toen kwam ik in contact met Driestar hogeschool. Hier werd met mij meegedacht en gezorgd voor een passend traject. Door de universiteitsopleiding hoef ik wat minder wiskundige vakken te volgen. Zodoende kan ik drie dagen werken en een dag leren.
Van onderwijsassistent naar docent
Elke maandag, woensdag en vrijdag ben ik op de Pieter Zandt in Staphorst. Ik kende hier al veel leerlingen, want mijn vriendin woont hier. Dat is erg makkelijk, want daardoor heb je al snel laagdrempelig contact met je leerlingen. Ik probeer de eerste vijf minuten van de les te bewaren voor een gezellig gesprekje en daarna start ik de les. Ik merk dat je minder klassenmanagement nodig hebt als je leerlingen persoonlijk kent.
Leerlingen vormen
Ik vind het leuk om de hele dag met leerlingen op te trekken. Je kunt grappen met ze maken, maar nog mooier, je kunt ze ook iets meegeven voor het leven. Ik wil leerlingen vormen.
Cijfers zijn belangrijk, maar er is meer dan dat. Ik geef vooral les aan basis- en kaderklassen. Daar vind ik omgangsvormen erg belangrijk. Niet pesten en normaal met elkaar omgaan. Net was er iemand die een etui had afgepakt, dan laat ik de betrokken leerlingen even zitten om het te bespreken. Het kan niet dat er in mijn lokaal iets van je afgepakt wordt.
Bijbel
Ik wil leerlingen leren dat de Bijbel niet zomaar een boek is, maar dat het een leerboek is voor het leven. Ik probeer zelf ook Bijbels les te geven. Dat lukt me niet perfect, maar het is wel mijn doel.
Tijdens de dagopening probeer ik echt persoonlijk met ze in gesprek te gaan. Ik probeer een open sfeer te creëren, zodat iedereen kan zeggen wat hij of zij wil. Soms ontstaat er een mooi groepsgesprek. Pas vroeg een jongen: “Hoe ga ik met mijn vriendin om?”
Dan kun je met de Bijbel ernaast hier gesprekken over hebben. Ik verbaas me er soms wel over dat ik nog maar drie maanden voor de klas sta en nu al zulke gesprekken heb. Daar helpen de colleges in Gouda en de generieke colleges in Kampen mij ook bij.
Het is best een afstand naar Gouda, maar ik heb het er wel voor over. Je wordt hier echt opgeleid tot christelijke docent en dat vind ik mooi. Driestar hogeschool is klein, waardoor het persoonlijk is. Er is altijd iemand beschikbaar voor een gesprekje. Een ander voordeel is dat het slagingspercentage hoog is en dat de sfeer erg goed is.
Blijven leren
Ik leer veel van hoe de docenten op Driestar hogeschool lesgeven. Wat ik bij hen zie, kan ik zelf ook uitproberen in mijn lessen. Ook krijg ik antwoorden op vragen als: Hoe reageer je als er iemand door je heen praat? Wat is de escalatieladder die je dan moet gaan toepassen? Hoe geef ik les als christen? Hoe voer je een oudergesprek?
Af en toe moeten we een video opnemen van hoe we voor de klas staan. Dan leer je van jezelf en van je klasgenoten. Dat vind ik fijn, want de eerste maanden vond ik heel pittig. Ik moest ook wennen aan de werkdruk.
Nu ik een paar maanden voor de klas sta, kan ik zeggen: Als je het voor jezelf leuk houdt, streng en rechtvaardig blijft, is het goed te doen. Ik krijg steeds meer door hoe leerlingen in elkaar zitten. Elke dag leer ik weer nieuwe dingen. Ik denk dat dit je hele schoolcarrière blijft. Dat maakt leraar zijn zo mooi. Je kunt zelf ook blijven leren.
Leerlingen zijn onbevangen. Ze zijn veel bezig met zichzelf en je kunt ze sturen. Elke leerling is verschillend, maar met elke leerling kun je een band krijgen. Na schooltijd voetbal ik weleens met wat leerlingen. Als ik ze op de gang tegenkom, zeggen ze dan: “Meneer, gaan we nog voetballen vanmiddag?”
Zelfs na school komen ze nog weleens langs in mijn lokaal. Dan vragen ze: “Meneer, hoe gaat het met u?” En ik kan dan terugvragen: “Ga je dit weekend weer verder met je scooter?”
IJs en fouten
Als ik een fout op het bord maak en de leerlingen hebben het door, dan schrijf ik dat in een Excel-document. Als ze op vijf fouten zitten, trakteer ik op taart. Ik probeer altijd een gezellige sfeer te creëren in mijn lokaal die wel ordelijk is.
Pas waren er een aantal leerlingen die ik twee uur achter elkaar had met een pauze ertussen. Toen ze na de pauze terugkwamen voor het tweede uur, hadden ze ijs voor me meegenomen. Dat doet je toch wel ontzettend goed, dat leerlingen zoiets spontaan voor je doen. Dat zijn momentjes die me een glimlach bezorgen.’
Open collegedagen 9 t/m 13 december
In het echt kennismaken met de opleidingen van Driestar hogeschool? Je bent van harte welkom bij de open collegedagen in Gouda!
Meld je nu aan