Ja. Er zijn een hoop dagen dat de uren zich aaneenrijgen en de momenten extreem voorspelbaar zijn. Dat het geluid van de sleutel in het slot van je lokaaldeur je bekender in de oren klinkt dan ooit. En je wilt het niet toelaten, maar het ritme van het kleine leven dat je leidt op school, kun je bijna dromen.
Daar waar je altijd een beetje bang voor was, staat bijna te gebeuren: jezelf verliezen in de sleur van alledag. Dus je recht je rug en je besluit al je wapens in de strijd te gooien en de lat tot aan het einde toe hoog te leggen. Zodat elke leerling tot op de laatste schooldag enigszins gemotiveerd blijft om je vak te volgen.
Twee jongens
En toen waren er twee jongens. Zij deelden een gemeenschappelijke factor die hen heel wat na-blijf-uren opleverde. Elke dag kwamen zij te laat binnen tijdens je eerste lesuur.
De één steevast sjorrend met een fietsaccu onder zijn arm, terwijl de ander, laconiek zwaaiend met een lekke-band-smoes, achter zijn tafel kroop. Twee totaal verschillende koppen en karakters, maar op dit vlak leken ze aardig op elkaar.
'Zo min mogelijk doen'
Nu wil het geval dat die twee, vanwege een creatief idee van de docent, een keer samen gingen werken. De strekking van de opdracht was hen niet geheel duidelijk, dus één plus één is twee: ze deelden al snel opnieuw een gezamenlijk motto. Iets in de trant van: ‘Zo min mogelijk doen, zo lang mogelijk wachten tot zij erachter komt’.
Jij had namelijk het geniale idee om de laatste lessen van het schooljaar te vullen met een praktische opdracht. Een originele wel te verstaan. En misschien dat de alternatieve kant van deze opdracht juist voor hen afschrikwekkend werkte.
Emmertjes argumenten
‘Nee, mevrouw. Nee, echt niet. Ik ga niet met mijn hoofd op camera staan om te zwammen over een [geïmiteerd braakgeluid] boek.’ Maar jij bleef natuurlijk uiterst positief en dus droeg je dagenlang emmertjes argumenten tot functioneren naar de tafels van de twee heren. Want je kent de risico’s van zo’n opdracht: niet iedereen vindt het net zo leuk als jij.
O. En jij met je mooie voornemens. Prompt was de één een week ziek en de ander had met vlagen last van zijn ingegroeide teennagel. Gestaag, maar zeker zonk er wat moed in je schoenen als je naar het werkproces van de twee jongens keek.
Inleverdag
Toen was het al vrijdag-inleverdag. De video’s druppelden langzaam binnen - vrouwen altijd eerst – en je genoot van de verschillende creaties. Moet het nog genoemd worden van wie de opdracht miste, toen de mailbox uiteindelijk doorgespit was?
Je klapte je laptop ietwat geïrriteerd dicht en bezocht de jongens in de les van een collega. Toen je na vijf dagen bijna ten einde raad was, stond je op het punt om te gaan dreigen, maar je weet dat zoiets een gigantisch teken van zwakte is. Daarom leefde je van de hoop.
Snuf de hond
Eén hele week later, stond meneer fietsaccu ineens in je lokaal. Of hij de video gewoon zo kon laten zien, want mailen was toch echt wel een forse opgave voor een 15-jarige. Je zwichtte, stuurde hem weg en pakte zuchtend zijn telefoon om het product van je anti-sleurcampagne te gaan beoordelen.
Met minimale verwachtingen en een toegenomen kritische blik keek je naar het scherm. En toen moest je vreselijk lachen. Want ze stonden er. Gewapend met een brede lach op een guitig smoeltje. ‘Hallo allemaal, ik ben Johanan.' ‘En ik ben Marco.’ ‘En vandaag maken wij een dikke boekvlog over Snuf de Hond.’ De rest is geschiedenis.
Over lerarenopleiding Nederlands
Wil je meer weten over de lerarenopleiding Nederlands van Driestar hogeschool?