Rudi Zaaijer stelde op zijn school steeds vaker de vraag: waarom doen we dit? De antwoorden vond hij vaak niet bevredigend genoeg. “Toen dacht ik: misschien moet ik zelf maar eens gaan uitzoeken waarom we de dingen doen zoals we ze doen. Dat was voor mij de trigger om de master Leren en innoveren te gaan volgen.”
Veel dingen doen we uit gewoonte, zo stelt Rudi, leerkracht van groep 5 en 8 en ICT-coördinator op De Wegwijzer in Kesteren. “Ik kan me herinneren dat iedereen binnen mijn schoolteam vond dat we ‘iets’ met 21e-eeuwse vaardigheden moesten gaan doen. Niemand had een idee hoe. We wisten zelfs niet wat het precies inhield. Waarom we het dan zo belangrijk vonden? Ook dat wisten we niet. Ik wil best iets nieuws oppakken, maar ik wil weten waarom; en het moet goed zijn voor de school. Daar gaat de master Leren en innoveren over. Ik weet nu hoe ik een innovatie duurzaam kan implementeren.”
Nieuwsgierigheid prikkelen
Rudi heeft de master bijna afgerond; hij is druk bezig aan zijn thesis. De opleiding heeft hem een aantal dingen gebracht, vertelt hij. “Ik heb veel kennis opgedaan over welke vernieuwingen er momenteel spelen in het onderwijs. Daarnaast kan ik de nieuwsgierigheid van collega’s prikkelen. Ik stelde zelf altijd al veel vragen, maar bij collega’s wakker ik het vuurtje nu ook aan. Ook zij vragen zich nu af: waarom doen we dit, en doen we het op een goede manier? Daarnaast kan ik ook buiten mijn eigen onderwijspraktijk goed inschatten hoe verandering is ingezet. Het valt me veel meer dan voorheen op dat veel scholen werken door trial and error: we proberen het wel gewoon en zien wel of het werkt. Jammer, want het kan zo veel beter.”
De juiste aanpak
Binnen de opleiding is je persoonlijke ontwikkeling belangrijk, vertelt Rudi. “Je leert veel over jezelf, en je krijgt oog voor wat de ander drijft. Dat gaf me veel inzicht in hoe collega’s in elkaar steken, en hoe ik hen het beste kan betrekken bij een onderwijsvernieuwing. Daar geniet ik van: dat ik collega’s in beweging kan zetten. Ik deel dan ook veel van wat ik leer en lees voor de master met mijn team. Zo gaat de literatuur voor mij leven. Als ik erover in discussie ga, begrijp ik het veel beter. Ik merk ook dat het bij mijn collega’s wat doet.”
Rudi was de eerste in zijn team die een master ging volgen: “Eén collega zei vooraf tegen me: ‘Leuk hoor, die opleiding, maar veranderingen doorvoeren? Dat gaat je niet lukken.’ Zij wilde allang iets van de grond krijgen, maar kreeg het niet voor elkaar. Ze ziet nu: met de juiste aanpak lukt het wél. Er zijn meerdere wegen die naar Rome leiden. Als je die wegen begrijpt, en de weg kiest die bij jou en je collega’s past, wordt de innovatie iets levends binnen je eigen school.”
Advies inwinnen
Toen alle kinderen thuis onderwijs kregen vanwege de coronacrisis, werd er vaak een beroep gedaan op Rudi als ICT-coördinator. “We zaten in een gedwongen proeftuin: er móést thuisonderwijs georganiseerd worden. De urgentie was heel hoog. Ik word enthousiast van zo’n grote onderwijsinnovatie. Het proces begeleiden, mensen meekrijgen en stimuleren, daar geniet ik van. De collega’s die digitaal niet zo vaardig zijn, begeleidde ik intensief. De anderen liet ik meer los. Op onze school hadden we het gelukkig prima voor elkaar. Het leuke was dat andere scholen binnen onze stichting dat hoorden en bij ons advies kwamen inwinnen.”
Samenwerkingsvaardigheden vergroten
Rudi heeft in het kader van de master binnen zijn school een innovatie in gang gezet. Hij is kritisch gaan kijken naar de missie en visie van zijn school. “Daar staan prachtige dingen in, maar wat zie je daarvan terug in de praktijk? Volgens onze visie zijn samenwerkingsvaardigheden belangrijk, maar alleen de kleutergroepen werken daaraan. Door interviews kwam ik erachter dat leerkrachten zich onvoldoende bekwaam voelen over het aanbieden van samenwerkingsvaardigheden. Ze zagen vooral op tegen de onrust die samenwerken met zich mee zou brengen en waren bang de regie over de les kwijt te raken. Vervolgens heb ik gekeken hoe we de samenwerkingsvaardigheden van kinderen kunnen vergroten. Dat kan door de inzet van coöperatieve werkvormen. Ik koos voor werkvormen die naadloos aansluiten bij ons onderwijs, zodat leerkrachten nauwelijks aanpassingen hoeven te doen. Ik maakte een draaiboek en verzorgde een training over de werkvormen voor de leerkrachten. Het ging allemaal verbazingwekkend goed. Ik ben nu bezig met het verwerken van de data en heb al even gespiekt naar de uitkomsten. De samenwerkingsvaardigheden van de leerlingen gaan omhoog. Dat is een redelijk logisch resultaat. Mooier vind ik dat de leerkrachten zich bekwamer voelen in het geven van lessen met coöperatieve werkvormen. Geweldig, toch? En dat in vijf weken tijd! Het is gaaf om zoiets met elkaar in je school voor elkaar te krijgen.”
Bereikbaar en toegankelijk
De master is heel uitdagend, vindt Rudi. “Ik ben van mbo naar hbo gegaan, en volg nu de master. Ik merk dat dit echt een niveau hoger is. Het academisch schrijven vind ik pittig. Maar als de thematiek je interesseert, is het goed te doen. Met de studenten onderling is het fijn, maar ook het contact met de docenten helpt enorm om de master tot een goed einde te brengen. Hun begeleiding is goed georganiseerd, ze zijn altijd bereikbaar en heel toegankelijk.” De opleiding is een aanrader voor iedereen, vindt Rudi. “Als je in het onderwijs werkt en je weleens afvraagt: waarom doen we dit? Ga dan de master Leren en innoveren doen. Dan begrijp je pas wat onderwijs inhoudt, hoe je het kunt verbeteren en nóg mooier kunt maken.”
Heb jij het in je?
Wil jij net als Rudi de master Leren en innoveren volgen of twijfel je nog of een master bij jou past? Meld je dan aan voor de Q&A over de masters op 25 maart.